WAECO ASC 7.4

Veelgestelde vragen

• Hoe stel ik een andere taal in?
  Af fabriek zijn de aircoservicestations ingesteld op Engels. Om een andere taal in te stellen gebruik je de pijltjestoetsen om omhoog/omlaag te gaan naar het menu-onderdeel “Other Selections” en bevestig je de keuze met ENTER om naar het volgende menu te gaan. Gebruik dan de pijltjestoetsen om naar “Service” rechtsonder te gaan, bevestig nogmaals met ENTER en voer code 5264 in. Selecteer nu de gewenste taal met de pijltjestoetsen en bevestigen met ENTER. Door herhaalde malen op de STOP-toets te drukken, ga je terug naar het basismenu.
• Wat zijn de onderwerpen die behandeld worden tijdens de eerste basistraining?

  Tijdens de training voor de gebruiker zal onze technicus jou, naast andere dingen, vertrouwd maken met de volgende onderwerpen:

  • Het inschakelen van het apparaat en het laten opstarten. Sluit het servicestation bij het begin nog niet aan op een fles koudemiddel! Dit veroorzaakt foutmeldingen tijdens de softwaretest en de lektest. Als het station voor de eerste keer wordt opgestart, kan soms storingscode 12 worden weergegeven. Deze storingscode geeft aan dat er geen koudemiddel in het interne reservoir aanwezig is. Deze foutmelding kan worden gewist door op de STOP-toets te drukken.
  • Open de klep van het oliecompartiment aan de linkerzijde van het apparaat en haak alle drie de olieflessen op hun plaats.
  • Er zijn twee verschillende maten olieflessen, 250 ml (open plastic reservoirs) en 500 ml (professioneel oliesysteem, gesloten metalen reservoirs). Omdat de reservoirs een rol spelen bij de weging, is het belangrijk de juiste flesmaat in te stellen in het servicestation. De reden hiervoor is dat de twee verschillende reservoirs een verschillend leeggewicht en verschillende capaciteit hebben. De fabrieksinstelling is 250 ml. Als je gebruik wilt maken van grote flessen, gebruik je de pijltjestoetsen om naar “Other menus“ te gaan > druk ter bevestiging op ENTER > ga vervolgens naar “Service” rechtsonder > druk wederom ter bevestiging op ENTER > voer vervolgens code 2688 in en selecteer 500 ml. Om terug te gaan naar het basismenu druk je herhaalde malen op de STOP-toets.
  • De druksensor moet worden gekalibreerd, zeker als het aircoservicestation op een grotere hoogte boven zeeniveau wordt gebruikt, waar de luchtdruk lager is. Om de sensor te kalibreren gebruik je de pijltjestoetsen om naar “Other menus” te gaan > druk ter bevestiging op ENTER > ga vervolgens naar “Service” rechtsonder > druk wederom ter bevestiging op ENTER > voer vervolgens de code 2224 in en volg de instructies op het display. Voor het balanceren van het station met de luchtdruk moeten de servicekoppelingen worden losgeschroefd en verwijderd van de slangen, zodat je in de slangen kunt kijken.
• Wat moet ik doen als de analyse mislukt?
  Om meetfouten te voorkomen kan de analyse maximaal drie keer worden herhaald. Als de analyse een foute uitslag blijft geven, bevat het aangesloten aircosysteem geen zuiver koudemiddel. Het koudemiddel moet worden afgevoerd. Voor dat doel heeft de ASC 5500 G RPA een aansluiting aan de achterzijde waarop je een afzonderlijk leverbaar afvoersysteem kunt aansluiten. Als het afvoeren voltooid is, kunt je een cross check uitvoeren door een fles nieuw koudemiddel (schudden voor gebruik) aan te sluiten op het servicestation en de oorspronkelijke procedure te herhalen. Het resultaat van de analyse moet nu “OK” zijn.
• Waarom duurt het meer dan een halve minuut voordat het display verlicht wordt nadat ik de hoofdschakelaar heb bediend?
  Uit veiligheidsoverwegingen wordt het apparaat, nadat het is ingeschakeld, gedurende 35 seconden gespoeld met frisse lucht voordat er spanning op de rest van het systeem wordt gezet. Als zich in de behuizing een brandbaar mengsel gevormd heeft – wat bijvoorbeeld veroorzaakt kan worden door een lekkage – zorgt deze voorzorgsmaatregel ervoor dat het mengsel niet tot ontbranding kan komen door een elektrische vonk.
• Met hoeveel koudemiddel moet ik het interne reservoir vullen?

  De ASC vult koudemiddel met behulp van drukverschil. Het is daarom technisch onmogelijk een aircosysteem te vullen met 500 g koudemiddel als het servicestation slechts 500 g koudemiddel bevat.

  Hoe meer koudemiddel er in het interne reservoir aanwezig is, hoe sneller en gemakkelijker de vulprocedure verloopt. We adviseren een minimumhoeveelheid van 5 kg in het station.

• Het servicestation piept alleen, maar het display blijft donker - wat betekent dat?
  Het veiligheidsconcept zorgt ervoor dat het servicestation alleen ingeschakeld kan worden als alle panelen gesloten zijn en er frisse lucht via de ventilator door het station gevoerd wordt. Daarom zijn het voorpaneel en het achterpaneel van de droger/filterunit uitgerust met contactschakelaars, die geactiveerd worden als de panelen geopend worden. Tegelijkertijd bewaakt het systeem de aanjagersnelheden van de ventilator in het achterste huis en van de ventilator voor de vacuümpomp aan de zijkant van het apparaat. Als de behuizing geopend wordt of als een van de ventilatoren defect raakt, wordt de voedingsspanning naar het station automatisch onderbroken en klinkt er een alarmsignaal uit de externe box aan de achterzijde.
• Zijn er speciale PAG-oliën en uv-additieven voor aircosystemen met R 1234yf?
  Aircosystemen met R  1234yf vereisen speciale, perfect afgestemde compressoroliën en uv-additieven die onder vochtvrije omstandigheden moeten worden opgeslagen. Wij adviseren het flessysteem van WAECO.
• Kan ik per ongeluk R 134a-aircosysteem verwarren met R 1234yf-aircosystemen?
  De aircosystemen hebben verschillende aansluitingen. Servicekoppelingen voor R 134a passen niet op de serviceaansluitingen voor R 1234yf en omgekeerd. Het is eveneens niet mogelijk om een R 134a-servicekoppeling aan te sluiten op R1234yf- seviceslangen, enz.
• Waar moet je rekening mee houden bij de aanschaf van een aircoservicestation voor R 1234yf?

  De kans is groot dat aircowerkplaatsen op zijn minst twee verschillende aircoservicestations hebben, omdat R  134a en R  1234yf niet met elkaar vermengd mogen worden. Om verwarring te voorkomen, moeten de stations duidelijk herkenbaar zijn.

  Voor   1234yf aircoservicestations gelden speciale veiligheidsvoorschriften, omdat het “R 1234yf” koudemiddel niet in de atmosfeer terecht mag komen.

  Daarom moet een R  1234yf-servicestation voor het opstarten een volautomatische zelftest uitvoeren om te controleren of het station dicht is en om potentiële lekkages op te sporen. De servicekoppelingen zijn ook anders dan die voor R  134a  om de kans op verwarring te vermijden bij het aansluiten van de serviceapparatuur.  Servicekoppelingen voor R 1234yf moeten voorzien zijn van een “doderuimteventilatie” die garandeert dat er geen koudemiddel ontsnapt uit de airco, zelfs niet bij een defect schräderventiel. Last but not least is het gebruik van koudemiddelanalysegereedschap verplicht. Het analysegereedschap controleert de zuiverheid van het koudemiddel om gevaarlijke kruisbesmetting te voorkomen. In het ideale geval is het al geïntegreerd in het servicestation.

• Waarom doet het aircoservicestation zo lang over de ‘softwaretest’?
  Tijdens de softwaretest worden nagenoeg alle gebruiksfuncties van het station onderworpen aan een testcyclus. Tegelijkertijd worden alle componenten voorverwarmd om ze op de ideale werktemperatuur te brengen. Dit, en andere zaken, verbetert het vullen en de terugwinningsnauwkeurigheid van het station. Verder voert het systeem dagelijks een interne lektest uit waarbij verschillende componenten en verbindingsleidingen worden gecontroleerd op dichtheid, eerst door gebruik te maken van vacuüm en daarna met koudemiddel. Als er tijdens de procedure drukdalingen worden geconstateerd, start het station niet op.
• Waarom duurt het vullen met koudemiddel zo lang?

  Volgens de risicoanalyse van de Duitse TÜV mag het servicestation alleen gebruikt worden voor het vullen van aircosystemen die lekvrij zijn. Om aan deze eis te voldoen wordt het aircosysteem eerst vacuüm gezogen (onderdruk) en wordt gedurende een bepaalde periode gecontroleerd of de druk verandert. Vervolgens wordt er een geringe hoeveelheid koudemiddel toegevoegd om een overdruk te creëren en wordt nogmaals gecontroleerd of de druk in het systeem constant blijft. Als de druk stijgt of daalt in een van de twee fases, weet je dat het aircosysteem lekt. In dat geval onderbreekt het servicestation het proces en wordt er een foutmelding weergegeven.

  Om te allen tijde een nauwkeurige vulling te garanderen, is het noodzakelijk eerst de voorgevulde hoeveelheid koudemiddel terug te winnen en het aircosysteem te vacumeren . Als dat eenmaal gedaan is, kun je aan de slag en het systeem vullen met de voorgeschreven hoeveelheid koudemiddel

• Waarom wordt op het display van het station storingscode 12 weergegeven als het station voor de eerste keer wordt opgestart?

  Onze aircoservicestations worden geleverd zonder koudemiddel. Storingscode 12 wil zeggen dat de koudemiddeldruk in het station te laag is om de dagelijkse lektest  en de daaropvolgende softwaretest uit te voeren. Vul het interne reservoir met koudemiddel. Sluit hiervoor een fles nieuw koudemiddel aan (schudden voor gebruik), selecteer “Other menus” met de pijltjestoetsen en bevestig met ENTER. Selecteer vervolgens Int. bottle filling“, druk op de ENTER-toets ter bevestiging en voer de gewenste hoeveelheid koudemiddel in.

  Opmerking: De ASC 5500 G RPA vult koudemiddel met behulp van drukverschil. Het is daarom technisch onmogelijk een aircosysteem te vullen met 500 g koudemiddel als het  servicestation slechts 500 g koudemiddel bevat. Hoe meer koudemiddel er in het interne reservoir aanwezig is, hoe sneller en gemakkelijker de vulprocedure verloopt. We adviseren een minimumhoeveelheid van 5 kg in het station.